Een traditionele kerncentrale heeft een aantal moduleerbare componenten. Indien deze centrale componenten als serieproducten kunnen worden gebouwd zijn belangrijke prijsverlagingen mogelijk. Henry Ford introduceerde hetzelfde concept in de autobouw. Tot dus ver zijn de principes van serieproductie nog niet echt toegepast voor kerncentrales. Elke nieuwe kerncentrale wordt opgebouwd als een prototype.

DE REACTOR.

Dit deel zal per centrale tenminste éénmaal moeten bestaan. In het verleden moesten soms bruggen worden afgebroken en verkeer worden omgelegd om de reactor op zijn plaats te krijgen. Het is realistisch om een dimensionering te nemen, die onder alle bestaande bruggen door kan.

Bovendien moet hij kunnen gemaakt worden in verschillende fabrieken. De huidige kernreactoren kunnen enkel gebouwd worden op een drietal wereldwijde installaties, het spreekt voor zich dat dit de kostprijs niet ten gunste komt. Kleinere reactoren kunnen in serieproductie gaan in een honderdtal mogelijk smederijen, die allen gebukt gaan onder een grote overcapaciteit, wat de  prijs enkel ten goed kan komen.

Een goed compromis tussen grootte /prijs en transporteerbaarheid zal ergens rond de 100 MWelectrisch liggen wat ongeveer overeenkomt met ongeveer 300 MWthermisch, indien stoom als turbine-medium wordt gebruikt. Met superkritische CO2 is een betere verhouding mogelijk, maar hier heeft de industrie minder ervaring mee, dit moet eerder aanzien worden als een mogelijke evolutie van een toekomstig model. Een evolutie waarvoor opnieuw andere mogelijke materialen nodig zijn.

DE NUCLEAIRE STOOMWARMTEWISSELAAR.

Deze wisselaar van warmte zit binnenin de reactor en maakt de verbinding tussen de warmte van het primaire koelmiddel binnenin de reactor en de stoom buiten de reactor. Indien lood-bismut als primaire koelmiddel gebruikt wordt dan is het mogelijk deze warmtewisselaar te aanzien als een standaardiseerbare module. Een module waar enorm veel industriële partijen reeds tientallen jaren ervaring mee hebben. Warmtewisselaars is het industriële jachtgebied van vele elkaar beconcurrerende multinationals zoals de marktleider Alfa-Laval.

DE TURBINE EN GENERATOR EENHEID.

De turbine eenheden van bestaande kerncentrales zijn gigantisch groot. Eén enkel gigantische turbine. De belangrijkste reden om met zulk een grote turbine te werken liggen aan het primaire koelmiddel, water onder druk. Dit primaire koelmiddel is niet enkel gevaarlijk het legt een temperatuur beperking op, in de bestaande reactoren is het water onder een druk van 300 Bar. Bij een ander primair koelmiddel, gesmolten fluoride zout of gesmolten lood -bismut wordt een veel hogere werkingstemperatuur mogelijk, bv. 440 graden Celsius. In deze gevallen is de interne druk van de reactor iets lager dan de omgevingsdruk, iets wat de veiligheid opnieuw weer ten goed komt.

Turbine generatoren zijn reeds verkrijgbaar als serieproduct. Vooral dan indien men spreekt van eenheden rond 20 MWe. Het is een elegante oplossing om voor elke reactor zes zulke eenheden te voorzien. Waarbij elk van die eenheden moet passen in een container van 40 voet. Vandaag staat de relatie 1 reactor/1 turbine altijd als een paal boven water, terwijl dit net een nadelige invloed heeft op de operationele beschikbaarheid. Het kleinste niet-nucleaire probleem veroorzaakt een stilleggen van de reactor. Met meer eenheden voor één reactor is dit verholpen. Het verschil in prijs per MWe is verwaarloosbaar. Voor de turbine zijn verschillende multinationale spelers actief, waaronder ABB en Siemens.

DE KOELEENHEID.

Vaak wordt dit de koeltoren genoemd.

NUCLEAIRE SERIEPRODUCTIE

Volgens de schattingen van het IAEA zal de wereldvraag voor kleine en middelgrote nucleaire reactors (van 100 MWe-400 MWe) rond 2040 liggen in de ordegrootte van 500 tot 1000 eenheden per jaar. De kostpris zal rond 5M Euro per Mwe liggen. Dit is dus verbonden met een mondiale markt van tenminste 100 * 5 * 500 = 250 Miljard Euro per jaar. Uitgedrukt in kansen voor de maak-economie kunnen we conservatief stellen dat 100 000 Euro overeenkomt met één manjaar tewerkstelling. Omgerekend wordt dit dan 2,5 Miljoen manjaar aan tewerkstelling, elk jaar opnieuw. Deze geprojecteerde tewerkstelling is nog enkel maar de top van de ijsberg, de bijkomende voordelen van de goedkopere handelbalans- en CO2-neutrale energievorm zijn voldoende om de ganse Europese economie vlot te trekken tot het niveau van een nieuwe tijger.