We worden vandaag gedwongen om onze maatschappij volledig te decarboniseren. In deze situatie kan iedereen zich de vraag stellen of dit een probleem is of moet het veeleer als een opportuniteit worden aangepakt.  Een decarbonisering kan elke regio onafhankelijk maken van minder vriendelijke andere mogendheden. Tot dusver werdt het traditionele kaasschaaf model gebruikt om in de richting van een CO2-vermindering te evolueren. Recente studies van het IPCC hebben aangetoond dat het nodig is om maximaal in te zetten op ALLE diverse types van koolstof neutrale installaties. De klimaatdoelstellingen kunnen enkel realistisch gemaakt worden door eveneens het nucleaire vanuit een andere invalshoek te gaan benaderen. Een andere technologie, met veel minder afval. Een andere grootte van centrale. Een snellere uitrol. Een snellere meer flexibele financiering. Een andere zakelijke model.

Kwa technologie staan we vandaag aan de wieg van een nieuwe generatie van nucleaire reactoren. Al onze huidige nucleaire centrales zijn van het PWR-type met daaraan gekoppeld een afval probleem en een extreem langdurende bouw. Het duikbootmodel van de jaren 50 werd nooit aangepast, vooral omdat iedereen bevreesd bleef voor kostoverschreiding. Dankzij de introductie van massief grote computer simulaties maken verschillende kleine flexibele start-ups plots wel een kans om hun reactoren te bewijzen en hun centrales te realiseren. Eerst op zeer kleine schaal van 5-6 MWe. Maar in toenemende mate reeds op iets grotere schaal.  Het financiëel uit de hand lopen van grote Nucleaire projecten kan door serie-productie een halt worden toegeroepen. De implementatie-tijd wordt vandaag reeds rond de 24 maanden voor kleine centrales, versus 15 jaar voor het laatste PWR-EPR monster-project in Finland. De verandering van enkele zeer grote naar zeer vele kleine centrales is een echte “game changer”.  De serie-productie is door iedereen algemeen aanvaard in complexe industriën zoals auto en luchtvaart. In de nucleaire industrie werd serie-productie nooit geïmplementeerd. De lange doorlooptijd van nieuwe centrales is één van de belangrijkste argumenten van nucleaire tegenstanders, dit argument wordt door serie-productie finaal naar de prullenmand verwezen.

Nucleaire ongevallen van zowel Harrisburg, Tchernobil als Fukushima hebben ons geleerd dat de impact van die ongevallen veel kleiner is dan het door nucleaire doemdenkers voorspelde “China Syndrom”, een reactor zou gaan evolueren tot een vuurbal, die bij onze tegenvoeters weer aan de oppervlakte kwam. Anderzijds hebben we ook geleerd dat het belangrijk is naar passieve veiligheidsmechanismes te kijken. Bij alle centrales van vandaag wordt de beveiliging gegarandeerd door zeer complexe en vooral ook zeer dure technische veiligheidssturingen. De reactoren van de nieuwe generatie zijn zo ontworpen dat ze ook zonder sturing terug evolueren naar een stabiele reactor. Het is namelijk veel goedkoper de veiligheid te laten garanderen door de wetten van de fysica zoals zwaartekracht, warmte-overdracht, convectie en fase-overgangen, zoals smeltpunt en kookpunt. Vooral omdat deze fysische wetten veel minder onderhevig zijn aan sabotage of aan een Tsunami vloedgolf. Dit is een tweede anti-nucleaire argument wat reeds belachelijk was maar door passieve beveiliging nog meer wordt geridiculiseerd.

De nieuwe generatie van centrales laat ook toe om de richting van een gesloten brandstof-cyclus in te slaan. De huidige PWR-centrales splitsen slechts 0.7% van het gebruikte Uranium. Door het gebruik van andere configuraties en splijtstoffen zoals Uranium-Nitride en Thorium versus Uranium Oxide vandaag geven de nieuwe centrales zicht op een dramatische vermindering in lange termijn nucleare afval. Afval met een bijhorende zeer dure opslag, afval met hieraan de nodige controverse gekoppeld. Het is zelfs zo dramatisch dat het bestaande nucleaire afval, na opwerking, kan gebruikt worden als grondstof van de nieuwe generatie van centrales.

Voor elke regio, die bereid is zijn voortbestaan in een vooruit denkende context te plaatsen, is het belangrijk om te overwegen wat deze nieuwe generatie van nucleaire centrales kan betekenen voor zijn ontwikkeling. De eerste regio die kijkt naar een roll-out op grote schaal zal op relatief korte tijd een enorm competitief voordeel kunnen verwerven. Daarom is het belangrijk te kijken naast welke oplossingen voor hande komen ook naar welke barrières moeten overwonnen worden.

Deze nieuwe generatie nucleaire ontwerpen kunnen belangrijke sociale en economische barrières helpen overwinnen. Barrières, die vandaag het algemene nucleaire gebruik zwaar beperken, om niet te zeggen monopoliseren. Het is altijd een goed beleid om energie op te wekken met diverse types van installaties. Maar omdat we vandaag voor het overwinnen van oude barrières staan, zal in de toekomst het nucleaire een veel belangrijker deel innemen. Indien dus een regio het initiatief neemt om de nieuwe nucleaire weg in te slaan dan opent dit aanzienlijke opportuniteiten. De regio kan een globale centerum van kennis en expertise worden. De regio kan een nieuwe maak-economie uit de grond stampen.

Nucleair wordt vandaag in één adem genoemd met het opwekken van electriciteit. We moeten verder durven kijken en naar nieuwe mogelijkheden zoeken voor onze bestaande industrie. Indien we de warmte geproduceerd door kleinere reactoren kunnen combineren met de energienood van endothermische chemische processen dan is hier niet alleen een bijkomende CO2 reductie mogelijk maar tevens een gigantische competitief voordeel realiseerbaar. Petrochemische industrie en raffinage industrie bevatten typisch vele van deze processen.  Steam-cracking, Amonia productie, kunstmesten, waterstof-productie, propere staal-productie, allemaal primaire industriën, die vandaag omwille van CO2 in vraag worden gesteld. De regio’s, die als eerste de nucleaire warmtebron in industriële processen gaan gebruiken zullen een fundamentele voordeel op hun betalingsbalans aanmaken. Dit voordeel zal zo immens zijn dat het mogelijk is vergrijzing op te vangen. De  mogelijkheid en de technologie bestaan, we staan  aan de bakermat van een industriële economische ecologische revolutie.

De nieuwe generatie reactoren draait aan een hogere temperatuur. Hierdoor is het mogelijk om een hogere rendement te halen uit eenzelfde hoeveelheid warmte. Andere kringloopvloeistoffen zoals superkritische stoom en superkritische CO2 worden mogelijk. Rendementen tot 65% worden niet langer utopisch, bij een typische rendement van 30% in een conventionele PWR centrale. Geavanceerde nucleaire technologie wordt een disruptieve manier om onze volledige energie-mix te herzien.  Het gebruik van hoge temperatuur nucleaire warmte toevoer kan de fossiele brandstoffen een duidelijke halt toeroepen. Zonder dat we daarom moeten terugkeren naar het stenen tijdperk, wat het nihilistische alternatief is van bepaalde milieu-bewegingen.

Door het gebruik van een reactor-vat onder atmosferische druk is het niet langer nodig een meters dikke dubbelwandige reactor-gebouw te bouwen. Een lichtere structuur kan voldoende bescherming bieden. Deze lichtere constructie is een bijkomende factor in de kosten-vermindering.

Het kan zelfs zulk een vaart lopen dat elke industriële site zijn nucleaire faciliteit krijgt met goedkopere distributie-kosten voor zowel warmte als electriciteit.

Deze toekomstvisie is extreem, onmogelijk om het door een overheid te laten financieren. Maar een regio komt niet aan de wereldtop als er geen grootse dromen meer zijn. De overheid kan wel een rol spelen als facilitator, als promotie verschaffer, niet als deelnemer aan en financier van de nucleaire industrie. Niet als een overheid die technologische keuzes laat maken door politici, zonder technologische opleidingen. Wel als een overheid die een regelgevende kader verschaft. Bepaalde regio’s zoals Canada en het Verenigd Koninkrijk namen reeds schuchtere initiatieven om te voorzien in een regulatorische kader waarbinnen de vele start-ups tot ontwikkeling kunnen komen.  

Eveneens de initiële investeringen nodig voor de bouw van een centrale kunnen anders bekeken worden. Het traditionele model van investeringsbankier, beursgenoteerde bedrijf en bijhorende obligaties is te complex en verouderd. Het cooperatieve Mankala model kan zeer eenvoudig geïmplementeerd worden met behulp van uiterst traceerbare en auditeerbare cryptographische munteenheden . De totale productie-capaciteit van een centrale kan opgedeeld worden in kleine verhandelbare crypto-eenheden. Gedurende een tijdsperiode krijgt de bezitter van de cryt-eenheid een evenredige deel van de productie.

Op deze manier van werken wordt het mogelijk voor een individu, voor een bedrijf, voor een eenheid, voor een regio om de status van energie-onafhankelijkheid te verwerven.

Deze veranderingen staan voor de deur, elke regio kan kiezen om eerst te zijn, te volgen of volledig achter te blijven.